Reglementen

Reglement Erasmiaans Schoolschaaktoernooi         Versie: 240115

  1. Algemeen
    Dit reglement is tot nader order van toepassing op alle wedstrijden van het Erasmiaans Schoolschaaktoernooi vanaf 2024.
  2. Leiding
    De algemene leiding berust bij de wedstrijdleiders van het toernooi. Zij zijn belast met de uitvoering en handhaving van dit reglement en beslissen in alle geschillen en onvoorziene gevallen welke zich mochten voordoen. Zij hebben de bevoegdheid om andere door hen aan te wijzen personen (hieronder genoemd “tafelleiders”) tijdelijk met gelijke bevoegdheid te bekleden. Beroep tegen beslissingen van een wedstrijdleider moet binnen een half uur na afloop van een ronde bij de hoofdarbiter worden aangetekend. De daarop volgende beslissing van de hoofdarbiter is bindend.
  3. Indeling en speelgerechtigheid
    Er wordt ingedeeld volgens het Zwitsers systeem op wedstrijdpunten, tenzij het aantal deelnemende teams in een poule zo gering is dat alleen een hele of halve competitie mogelijk is. Het aantal te spelen ronden wordt vóór aanvang van het
    toernooi bekendgemaakt.
    De teams bestaan uit minimaal vier spelers van dezelfde school. Daarnaast beschikt elk team over een (niet-meespelende) teamleider en optioneel een of meer reserves.
    De namen van de spelers en de reserves dienen vóór aanvang van de eerste ronde te worden opgegeven aan de wedstrijdleiding. De bordvolgorde kan tijdens de competitie naar eigen believen gewijzigd worden.
    Spelers kunnen per ronde slechts aan één bord spelen. Overtredingen worden bestraft met verlies van de partij.

Er wordt gespeeld in vier poules:

  • Poule A: de “kampioenspoule, deze poule speelt om het officiële kampioenschap van de Rotterdamse Schaakbond en voor kwalificatie voor het Nederlands Kampioenschap Basisonderwijs.
  • Poule B: de “talentenpoule”, voor kinderen uit de groepen 7 en 8.
  • Poule C: de “beloftenpoule”, voor kinderen uit de groepen 5 en 6.
  • Poule D: de “pupillenpoule”, voor kinderen uit de groepen 2, 3 en 4.
  1. Inschrijfgelden
    Het inschrijfgeld bedraagt 25 euro per team. Het inschrijfgeld dient vóór de aanvang van de eerste ronde te zijn voldaan.
  2. Spelregels en speeltempo
    Het speeltempo wordt bepaald aan de hand van het speelsysteem en aantal ronden, dat afhankelijk is van het aantal ingeschreven teams. Het speeltempo, het speelsysteem en het aantal ronden wordt vóóraanvang van de eerste ronde door de wedstrijdleiding bekendgemaakt.
    Van toepassing is de meest recente versie van het FIDE-reglement uitgezonderd hetgeen is bepaald in bijlagen A en B bij dit reglement. Ongeacht het werkelijke speeltempo worden alle wedstrijden gespeeld volgens de regels voor rapidschaak. De belangrijkste punten in dit reglement zijn:
  • Noteren is niet verplicht.
  • Een onreglementaire zet verliest niet, deze zet moet worden teruggenomen.
  • Een omgekeerde toren kan als dame gebruikt worden na promotie.
  1. Kleurverdeling
    De in het speelprogramma eerstgenoemde teams spelen aan de oneven genummerde borden met de zwarte stukkenen aan de even genummerde borden met de witte stukken.
  2. Incomplete teams
    Een team dat niet met ten minste 3 spelers op het vastgestelde tijdstip aanwezig is wordt beschouwd als niet opgekomen en verliest de wedstrijd reglementair met 4-0, tenzij de wedstrijdleider anders beslist.
  3. Ranglijst
    Voor een gewonnen partij wordt aan de winnaar één bordpunt toegekend. Bij een remisepartij krijgen beide spelers een half bordpunt toegekend. Aan het viertal dat in een wedstrijd de meeste bordpunten behaalt worden twee wedstrijdpunten toegekend. Behalen beide teams evenveel bordpunten dan wordt aan elk viertal één wedstrijdpunt toegekend. De eindstand van elke categorie wordt achtereenvolgens bepaald door:
  • wedstrijdpunten
  • bordpunten
  • weerstandspunten (t.a.v. de bordpunten)
  • Sonneborn-Bergerscore (t.a.v. de bordpunten)
  • onderlinge wedstrijd(en), echter alleen indien een ordening te maken is die niet beïnvloed kan worden door ontbrekende uitslagen
  • indien het voorgaande lid van toepassing is:
    *  onderling resultaat met weglating van de resultaten aan bord 4
    *  onderling resultaat met weglating van de resultaten aan de borden 4 en 3
    *  onderling resultaat met weglating van de resultaten aan de borden 4, 3 en 2
  • loting
  1. Kampioenen en landelijke kampioenschappen
    Het toernooi wijst een RSB-kampioen aan en er worden één of meer plaatsen beschikbaar gesteld voor de nationale Schoolschaakkampioenschappen, waarbij het aantal is te bepalen door de KNSB. Het hoogst eindigende team van de RSB-deelnemers krijgt de titel “Schoolschaakkampioen RSB”, onder toevoeging van het betreffende kalenderjaar.
  2. Praktische zaken
  • Vóór het begin van een wedstrijd geven de teamleiders de opstelling van hun team door aan de fungerend wedstrijdleider of aan de door hem/haar aangewezen tafelleider. Deze opstelling moet voldoen aan de in artikel 3 gestelde normen.
  • Spelers mogen geen mobiele telefoon aan hebben staan tijdens de partijen. Als iemands mobiele telefoon afgaat tijdens de partij, krijgt hij een waarschuwing. Bij een tweede keer afgaan in dezelfde partij, wordt zijn partij verloren verklaard.
  • Toeschouwers mogen zich niet met de partijen bemoeien! Ook spelers mogen zich niet met andere partijen bemoeien dan hun eigen partij. Op overtreding hiervan staat een waarschuwing en bij herhaling kan de wedstrijdleider de overtreder uit de speelzaal laten verwijderen of een andere straf toekennen.

Bijlage A: Specifieke bepalingen voor de Kampioenspoule (poule A)

  • Er worden 9 ronden gespeeld volgens het Zwitsers indelingssysteem met een bedenktijd van 10 minuten + 5 seconden increment p.p.p.p.
  • De eerste drie teams ontvangen een prijs.
  • De beste teams gaan door naar het landelijke Schoolschaakkampioenschap. Het aantal beschikbare plaatsen in dat kampioenschap wordt bepaald door de KNSB en zal voor aanvang van het toernooi bekend worden gemaakt.

Bijlage B: Specifieke bepalingen voor de Beloften-, Talenten- en Pupillen-poules (poules B, C en D)

  • Er worden 9 ronden gespeeld volgens het Zwitsers indelingssysteem.
  • Het speeltempo in de poules B en C bedraagt 10 minuten plus 5 seconden increment p.p.p.p.
  • Poule D speelt zonder klok, echter zal de tafelleider na 25 minuten de partij beëindigen, een arbitrage verrichten en de uitslag op basis hiervan vaststellen.
  • Belangrijkste punten uit het FIDE-reglement (hier opgenomen omdat veel spelers in deze poules nog niet bekend zijn met het FIDE-reglement):

a. Aanraken is zetten.
b. Loslaten is gezet.
c. Een speler mag alleen aan zijn eigen stukken komen, tenzij hij een stuk slaat.
d. Bij verschil van mening moet direct de tafelleider / wedstrijdleider erbij gehaald worden. Hierbij wordt niet geroepen of geschreeuwd, maar een vinger opgestoken. De tafelleider/wedstrijdleider luistert naar beide spelers en beslist daarna over wat er moet gebeuren.
e.  Een partij kan op verschillende manieren beëindigd worden:

*  Er wordt schaakmat gezet (degene die schaakmat staat verliest de partij).
*  Er wordt pat gezet (de partij eindigt in gelijkspel oftewel remise).
*  De koning wordt geslagen en beide spelers zijn het erover eens dat dit het
einde van de partij betekent.
*  Indien een van de spelers beter weet (de koning mag formeel nl. niet
geslagen worden) dan moet de laatste zet teruggenomen worden en moet
de speler die schaak staat het schaak opheffen.
*  Als de bedenktijd van een speler op de klok voorbij is mag de tegenstander
de overwinning opeisen.
*  Als er door beide spelers zinloos heen en weer gespeeld wordt kan de
tafelleider of wedstrijdleider ingrijpen en de partij remise verklaren.